De mogelijkheid tot ontwikkeling van een project in een publiek-private samenwerking maakt ook deel uit van de procesnota, zonder dat in dit stadium reeds keuzes moeten worden gemaakt over de uiteindelijke uitvoeringswijze. Dit laatste is logisch. In de verkenningsfase is immers nog sprake van verschillende oplossingsalternatieven zodat onmogelijk op de definitieve uitvoeringswijze vooruit kan worden gelopen. Of het project al dan niet potentieel heeft om ontwikkeld te worden in publiek-private samenwerking, al dan niet in de vorm van DBFM-overeenkomst (Design, Build, Finance, Maintain), kan worden achterhaald met het door het Kenniscentrum PPS ontwikkelde instrument “de projectboom.” Deze projectboom geeft in eerste instantie aan of er effectief sprake kan zijn van PPS, en of het voorgestelde project volgens de eerste inschattingen aan de randvoorwaarden voldoet om in PPS gerealiseerd te worden. Eveneens geeft deze projectboom aan, in geval van effectief PPS-gehalte, welke de beste vorm is van PPS.
Indien er een potentieel is tot PPS, dan is de onderzoeksfase de meest geschikte fase om verder na te gaan of een PPS-uitvoering mogelijke meerwaarde oplevert. Met meerwaarde wordt bedoeld de financiële en niet-financiële meerwaarde t.o.v. een meer klassieke uitvoering. Indien er effectief meerwaarde is te verwachten, zullen tal van extra instrumenten en/of stappen dienen toegevoegd te worden aan de volgende fasen van het proces om het succes van het PPS-alternatief te verhogen. Het vroeg beginnen nadenken over de financiering maakt het mogelijk om actief in te zetten op mogelijke synergieën die de globale rentabiliteit van het project kunnen verhogen.