Opmaak van een synthesenota en het voorontwerp voorkeursbesluit
Op basis van de ontwerp onderzoeksrapporten maakt het projectteam een synthesenota op. Alle redelijke alternatieven zijn gelijkwaardig onderzocht, conform de afspraken in de alternatievenonderzoeksnota (belangrijk voor de rechtszekerheid van het voorkeursbesluit). Het kan gebeuren dat uit het geïntegreerd onderzoek blijkt dat een bepaald alternatief toch helemaal niet beantwoordt aan de doelstelling van het complex project of een onaanvaardbaar hoge impact heeft of tot excessieve kosten leidt. In dat geval kan je in de synthesenota die verantwoording opnemen. Die verantwoording dien je uiteraard ook over te nemen in het voorontwerp voorkeursbesluit.
Let op!
Als je als bevoegde overheid geen voorstander bent van een bepaald alternatief, dan is het geen mogelijkheid om dit zo reeds op te nemen in de synthesenota. De (vaak stapsgewijze) afweging van alternatieven wordt, goed gedocumenteerd en gemotiveerd, opgenomen in het voorontwerp voorkeursbesluit.
De opmaak van het voorontwerp voorkeursbesluit is een tijdsintensieve stap omdat uit het geheel van onderzoeken de belangrijkste conclusies naar voren moeten worden gebracht, tegen elkaar moeten worden afgewogen en een aanzet tot keuze geformuleerd en gemotiveerd. Ben je er in deze fase nog niet uit en blijven er van de acht onderzochte alternatieven nog drie mogelijke voorkeursalternatieven over? Organiseer dan extra overleg en workshops om meer zicht te krijgen op de effecten van die drie alternatieven en het flankerend beleid dat je daar tegenover wil zetten (bv. omgaan met potentiële onteigeningen; aankondigen dat je in de uitwerkingsfase specifiek onderzoek doet naar een kwalitatieve geluidsbuffering,...). Hierdoor reik je extra info aan de besluitvormers ifv hun keuze voor één voorkeursalternatief. Draag er wel zorg voor dat de uitwerking van het voorontwerp voorkeursbesluit het onderscheidend karakter van en de afweging tussen de alternatieven niet verstoort.
In een aantal gevallen zal het in de onderzoeksfase nodig zijn om verder onderzoek te verrichten na afronding van het initiële geïntegreerd onderzoek op strategisch niveau. Dat betekent bv. dat de onderzoeksresultaten op strategisch niveau niet voldoende onderscheidend zijn tussen bepaalde alternatieven om een keuze inzake voorkeursalternatief te maken. Of dat betekent bv. dat op basis van de onderzoeksresultaten een 'vernieuwd' onderzoeksvoorstel (nog steeds binnen het ruimtelijk kader van de onderzochte alternatieven) wordt opgebouwd. Het is mogelijk in dergelijke gevallen te werken met een 'tussennota', een nota als procedurele tussenstap tussen enerzijds de beschikbare ontwerp onderzoeksresultaten en anderzijds het voorontwerp voorkeursbesluit. Zo'n tussennota heeft als doel de scope van de alternatieven af te bakenen en anderzijds de methodologie van het te voeren (detail)onderzoek scherp te stellen. Uiteraard dienen de keuzes inzake trechtering en/of verder onderzoek grondig gemotiveerd te worden om de gelijkwaardigheid van het alternatievenonderzoek te bewaren. Ook is het belangrijk om dezelfde rechten als bij de AON toe te kennen, dus de 'tussennota' wordt zowel voor advies voorgelegd aan de adviesinstanties als in publieke raadpleging gelegd voor de brede bevolking. Adviesinstanties en publiek kunnen inspreken op de inhoud van de 'tussennota': vragen bij het door het projectteam voorgesteld onderzoeksvoorstel, bij de door het projectteam voorgestelde trechtering en bedenkingen inzake het te voeren onderzoek. Gezien de scope van de 'tussennota' kan de inspraak zich niet richten op de inhoudsafbakening van de (vroegere) alternatievenonderzoeksnota. Gelijkaardig als bij de AON worden er na afloop van de adviesronde en de publieke raadpleging aanvullende richtlijnen door het team Mer, een overwegingsdocument en een geactualiseerde 'alternatievenonderzoeksnota' opgemaakt. Het werken met een tussennota is een opportuniteit en geen verplichte stap, vandaar wordt ze niet ingeschreven in de regelgeving complexe projecten.
In de regelgeving wordt niet voorzien in een formele goedkeuring van het door het projectteam opgemaakte voorontwerp voorkeursbesluit. Die goedkeuring gebeurt pas nadat de adviesronde is doorlopen en de adviezen zijn verwerkt in het ontwerp van voorkeursbesluit. Het wordt evenwel nuttig geacht dat de bevoegde overheid akte neemt van het voorontwerp voorkeursbesluit en het daarin uitgewerkte voorkeursalternatief, in functie van de opstart van de adviesronde. Dat heeft niet het statuut van een beslissing, maar geeft wel aan dat er politiek draagvlak is voor de gekozen oplossing.