Gelet op de nieuwe procesaanpak en de naar voren geschoven geïntegreerde benadering van zowel plannings- als vergunningsprocedure, was een uitwerking via decreet noodzakelijk. Deze uitwerking heeft de vorm aangenomen van een ‘procedure’decreet, waarbij niet geraakt wordt aan de doelstellingen en inhoudelijke verplichtingen zoals die zijn vastgesteld door sectorale regelgeving.
Met betrekking tot de nieuwe procesaanpak van complexe projecten is een methodiek, onder de vorm van een zogenaamde “routeplanner”, opgemaakt. Uitgangspunt is een kwalitatieve procesaanpak met aandacht voor inspraak en participatie, geïntegreerd administratie- en bestuursniveau-overschrijdend samenwerken, integratie van onderzoeken, werken met oog op trechtering, transparantie en duidelijkheid van beslissing. De geïntegreerde procedure omvat drie beslismomenten: de startbeslissing, het voorkeursbesluit en het projectbesluit, met een verkenningsfase, een onderzoeks- en een uitwerkingsfase. De routeplanner is hierop gebaseerd en werkt de onderliggende principes verder uit. Hierbij gaat de routeplanner uit van maatwerk en is deze bijgevolg opgebouwd uit aandachtspunten, bouwstenen en richtlijnen die naargelang het proces dat tot een project moet leiden, al dan niet gebruikt kunnen worden. De routeplanner is tot stand gekomen met de inbreng van de verschillende betrokkenen. Er is met andere woorden een breed participatietraject doorlopen zoals de nieuwe procesaanpak dit zelf voorschrijft. Bovendien is de routeplanner een evolutief document, waaraan de verschillende betrokkenen hun bijdrage (kunnen) blijven leveren.
Het decreet ‘Complexe Projecten’ legt de uitgangspunten van de bedoelde procesmatige aanpak vast. Omdat we maatwerk en flexibiliteit willen garanderen, gaat het overwegend om een aantal procedurele aspecten, die decretale verankering behoeven.